Interviews en Recensies

Interviews, Recensies

Avishai Cohen maakt onuitwisbare indruk

Avishai Cohen Trio
Woensdag 30 maart 2016, in de Concertzaal van Theaters Tilburg

Jazz embraces most idioms, more than any other genre, and it goes in many ways where it didn’t used to be, which is good. It is funny because there is jazz tradition but jazz tradition is not to stay in the tradition, so it conflicts itself, which is very interesting.’ (Avishai Cohen)

Jaren geleden hoorde ik onderweg in een auto een cd met prachtige (jazz)muziek. Melodieus, gevoelig, composities die me raakten. De magie van het moment zal zeker een rol gespeeld hebben, maar de muziek is me altijd bijgebleven. De man ook: Avishai Cohen, bassist. De gelegenheid kwam kortgeleden om hem een paar vragen te stellen. Een aantal quotes uit dit interview zijn verwerkt in deze recensie. Want vandaag ga ik eindelijk live een concert van hem meemaken, in mijn eigen stad nog wel. Waarvan akte.

Avishai Cohen: “Jazz, like any music, is for the listener to find out, the beholder. I see jazz as a form and expression of freedom, but keeping to the form and structure of the written notes, is vital as a composer. All shows and where the music takes you and the audience differs every time, that’s the gift of this idiom. Energy is the big factor!”


De bijna 46-jarige en van oorsprong Israëlische Cohen werkte hard aan zijn carrière en behoort inmiddels tot de beste (jazz)bassisten van de wereld. Hij speelde onder anderen met Chick Corea samen, op wiens label zijn eerste vier cd’s uitkwamen. Later richtte hij zijn eigen platenlabel Razdaz Recordz op, waardoor hij in staat was geheel zijn eigen weg te volgen. De onaflatende energie en dynamiek in zijn muziek, maar vooral zijn manier van spelen is zijn handelsmerk geworden. Het stelde hem in staat het schijnbaar logge instrument, vóór op het podium, onder het spotlicht te brengen. De foto’s die de afgelopen jaren overal opdoken toonden hem steeds in liefdevolle omarming met zijn bas, met een getekende, diepe inleving op zijn gezicht.

“My 105 year old bass is my friend and partner on stage and I have always performed with it out front from day one! My bass travels with me everywhere! I am in the center and I like to groove and dance with it at every show, it’s like a beautiful woman with a big heart beat…”

Avishai Cohen speelde in de Tilburgse Concertzaal met zijn trio, bestaande uit Omri Mor op piano en Daniel Dor op drums. Terwijl we bij aanvang onze stoelen opzochten viel meteen de inrichting van het podium op. De helft ervan was gevuld door een compacte, halfronde opstelling met Cohen als middelpunt, als was het een koesterende handpalm die hem veilig omringde, ingekapseld tussen Mor en Dor. Op deze vruchtbare bodem ontstond zo een scheppende ruimte waarin hij zich vrij kon bewegen. Doeltreffend ook, dicht bij elkaar, zodat een kort uitgewisselde blik zou volstaan. Het drietal kon zich volledig op elkaar verlaten.

Al moest het trio in het begin nog op stoom komen… wat een passie bij Cohen! In zijn spel, maar met zijn hele lichaam en in zijn mimiek. Hij liet de melodieën flirten met de lyriek van de piano en lokte Mor mee in een waar spektakel. In het vuur van de spreekwoordelijke strijd gooide hij zijn strijkstok aan de kant, waarna zijn vingers in een hartstochtelijk noten- en klankenspel over zijn bas raasden. Ik verbaas me over zoveel zachtheid en tegelijk haast agressieve kracht; kolkende energie. Cohen werd overigens moeiteloos en vloeiend gevolgd door Dor in de meest lastige wendingen en ritmes. Deze woorden zijn slechts ter illustratie van wat er werkelijk gebeurde op dat podium.

Cohen: “It is what the moment provides with every note and emotion, I have to embrace and do love my instrument to play it. It knows when I have left it for one day without touching it or practicing on it. It’s a relationship. We are a partnership on stage and off stage, that’s what it has always been and may it continue this way. Along with my musical partners on stage we wish to be one.”

In Cohens muziek vind je invloeden terug uit onder meer klassieke, Arabische en Afrikaanse muziek. Zijn eigen geluid vindt hij in zijn drang naar nieuwe avonturen met respect voor de jazztraditie. “My music comes from all territories: Afro-Caribbean, western, Middle Eastern, but most recently I have also been attracted by several Israeli folk songs. This reflects in my music. There is also a personal thing in music for me that I can’t explain. I feel so uplifted with music, it makes me feel better, and this is what I also would like to bring over to my audience.”

Wel even schrikken; na een dik uur maakte het trio al aanstalten om te vertrekken. Dit was voor een aantal bezoekers aanleiding om de zaal te verlaten. Een beetje voorbarig, want wat voor een toegift moest doorgaan betekende uiteindelijk een tweede set, een driedubbele apotheose, waarin Cohen onder andere een gevoelige ballad zong – “I didn’t speak much on this show, so I sing a song” – en een uitzinnig ritmisch duel aanging met Daniel Dor, met trommelstokken op zijn muziekstandaard! Pech voor de zaalverlaters, maar een kadootje voor de enthousiaste zittenblijvers.

Cohen: “What I love about jazz is that jazz is very much open for improvisation and with such diverse influences found in the music it still allows for new things to be created. It might be that jazz is the one form of music that makes this possible. I am from the jazz tradition which means that I am a free spirit, I like to be free and I like to express myself. I feel the need to improvise and go outside the box, and jazz is for me the most exceptional form of art as a musician.”